Amerikaanse economie: cartoonfiguurtje dat over de rand van een ravijn loopt

Dutch translation of The International Situation and Perspectives by Alan Woods (August 13, 2007)

Lenin legde uit dat politiek geconcentreerde economie is. De algemene onstabiliteit vindt zijn uitdrukking op de beurzen. De nervositeit van investeerders manifesteert zich tijdens periodieke crisissen van de aandelenmarkt.

De economie van de VS is nog steeds de belangrijkste motor van de wereldeconomie. Ze herstelde nadat de luchtbel van de aandelenmarkt in 2000 uiteenspatte. Economen praten vandaag echter over een tragere groei of recessie. Tot nu toe heeft de economie van de VS een recessie kunnen vermijden, maar de vertraging van de groei is een feit. Ze groeide maar 0,6 procent gedurende het eerste kwartaal.

De investeerders zijn onder meer ongerust over de stijging van de intresten, wat eveneens wordt geassocieerd met de piek van een groeiperiode. Het is echter onmogelijk de timing van een economische cyclus precies te bepalen. We kunnen alleen maar stellen dat een recessie in de VS onvermijdelijk is. Economie is geen exacte wetenschap, en de kapitalistische economie is een chaotisch systeem dat exacte voorspellingen onmogelijk maakt.

Burgerlijke economen staan perplex en maken contradictorische analyses over de situatie. Ze praten over deflatie, waarna ze weer waarschuwen voor het gevaar van inflatie. De terugkeer van inflatie is een feit in de meeste landen. Dit is een typisch fenomeen dat in verband staat met de piek van een groeiperiode, samen met een scherpe stijging van de winsten en lonen. In de huidige cyclus ontbreekt enkel het laatste element…

Consumentenschuld

Gedurende de laatste 15 jaar is de inflatie relatief stabiel gebleven. Dit is te wijten aan een combinatie van factoren, in de eerste plaats de globalisering zelf die een neerwaartse druk uitoefent op lonen en prijzen. Als resultaat hiervan zijn de kapitalisten en economen overmoedig geworden wat betreft inflatie. De centrale banken hebben de monetaire politiek extreem laks laten worden en hebben zo problemen voor de toekomst opgebouwd in de vorm van een kredietbel. We zullen een mondiale overproductiecrisis zien, verzwaard door een scherp samentrekken van kredieten en instorten van de prijzen van vastgoed- en aandelenmarkten.

De uitgaven van de Noord-Amerikaanse consumenten hebben de groei van het BBP omhoog gestuwd, maar dit ten koste van negatieve persoonlijke spaarratio, een toenemende last van gezinsschulden en een enorm tekort op de lopende rekening. Zelfs nu de vastgoedmarkt vertraagt, blijven de Amerikanen uitgeven. Dit is onhoudbaar.

Momenteel gedragen de kapitalisten en hun huiseconomen zich als een stel dronkelappen op een braspartij: ze amuseren zich te pletter en in hun verdwazing denken ze dat het feest eindeloos zal duren. Dit soort mensen wordt steevast wakker met een kater. Tien jaar geleden waarschuwde Alan Greenspan voor “irrationele exuberantie” op de aandelenmarkt, maar moedigde deze nadien aan, en droeg zodoende zijn eigen exuberante steentje bij.

Intussen heeft de burgerij alle voorzichtigheid overboord gegooid. Vanuit een kapitalistisch oogpunt hebben ze zich onverantwoord gedragen. Ooit stonden de Republikeinen voor budgetten in evenwicht, een sterke dollar en solide fiscale verantwoordelijkheid. Dit is niet langer het geval. De Republikeinen brachten een consumptieboom, een dalende dollar en zware tekorten. Toen George Bush president werd, bedroegen de uitgaven van de regering 18,5 procent van het BBP; in 2006 was dat 20,3 procent.

De positie van Amerika in de wereld

Amerika is nog steeds de sterkste economie ter wereld. Daarom kan het niet anders dan dat een recessie diepgaande gevolgen zal hebben elders. Het klopt dat de VS een deel van zijn terrein heeft prijsgegeven aan andere landen. Amerika was ooit de grootste exporteur. Eerst werd het voorbijgestoken door Duitsland en nu wordt het overklast door China, waar export tijdens de tweede helft van het voorbije jaar die van de VS oversteeg. De dollar verliest gaandeweg zijn dominante positie in de globale financiën. Vandaag zijn er meer eurobriefjes en -munten in circulatie dan dollars. Op de internationale obligatiemarkt heeft de euro de dollar vervangen als belangrijkste munt. En volgens de Financial Times wordt de beurs van Wall Street nu overschaduwd door Europa (inclusief Rusland).

Het grootste bedrijf ter wereld is nog steeds Amerikaans volgens Fortune, dat Exxon Mobile aan de top plaatste in 2006. Maar in feite heeft Saudi Aramco, dat weliswaar niet geregistreerd is als bedrijf, grotere inkomsten. Toyota staat op het punt GM voorbij te steken als grootste autoproducent ter wereld. En in 2006 was het voor het eerst niet de VS maar China dat het meeste auto’s produceerde. Belangrijker nog, China groeit drie keer sneller dan de VS.

Deze gegevens hebben velen ertoe gebracht te stellen dat de VS zou worden ingehaald door China. Goldman Sachs voorspelt dat China’s BBP dat van Amerika zou voorbijsteken in 2027. Dit soort voorspellingen mist echter een wetenschappelijke basis. Hetzelfde werd vroeger gezegd over Japan, maar de Japanse economie stortte in en had twintig jaar nodig om te herstellen. Lang voordat China de VS kan inhalen, zal de Chinese economie een ernstige crisis doormaken – net zoals Japan. De gigantische investeringen in productie kunnen niet geabsorbeerd worden door de binnenlandse markt in China (hoewel ook deze een snelle groei kent). China stevent af op een klassieke overproductiecrisis, wat voor explosieve ontwikkelingen zal zorgen in het binnenland.

Momenteel is China echter het enige belangrijke land dat werkelijk ontwikkelt. Maar dit versterkt het enorme Chinese proletariaat. Een recessie in de VS – of zelfs een lange vertraging – zal een inzinking in China veroorzaken die ernstige gevolgen zal hebben in Azië en op wereldschaal.

Kan Azië de wereld redden?

Sommige burgerlijke economen troosten zichzelf met de hoop dat een herleving van de economische groei in Europa, China en Japan een tegengewicht zal bieden voor effecten van de Amerikaanse crisis. De situatie in China hangt echter af van de Amerikaanse markt en de rest van Azië hangt af van China. Zodoende is de rest van de wereld uiteindelijk afhankelijk van de consumptieboom in de VS. Dit is ondraaglijk. De groei van Azië is voornamelijk gebaseerd op export naar Amerika, terwijl de binnenlandse vraag in de regio in gebreke blijft. Azië heeft een gecombineerd overschot op de lopende rekening van meer dan 400 miljard US dollar, wat erop wijst dat het veel meer bijdraagt aan het wereldaanbod dan aan de vraag. Als de vraag in Amerika daalt, zal de groei van de Aziatische export en productie dit ook doen, met ernstige gevolgen voor China. De Aziatische economieën zijn sterk met elkaar verbonden en de crash van 1997 toonde hoe, eens begonnen, de crisis van het ene land naar het andere overspringt.

De idee dat je de wereldeconomie kan opdelen in compartimenten, zodat een recessie in de VS geen belangrijke gevolgen zou hebben, is absurd. De burgerlijke economen die deze stelling verdedigen, spreken tegen wat ze gisteren over de globalisering schreven. Uiteindelijk is de wereldeconomie meer onderling afhankelijk dan ooit. De internationale economische orde is eigenlijk uiterst kwetsbaar. Zodra de neerwaartse gang wordt ingezet, kan deze niet meer worden gestopt.

De speculatiebel

In elke kapitalistische groeiperiode is er een element van speculatie, maar in de huidige groeiperiode is het speculatieve element belangrijker dan ooit tevoren. De zogenaamde ‘private equity firms’ zijn betrokken bij een speculatieve orgie van overnames die geen enkele productieve activiteit behelzen, maar wel sluitingen, ontslagen en het uithollen van de industrie louter en alleen voor het profitariaat.

In haar onophoudelijke zucht naar korte-termijnwinst heeft de burgerij van de VS een van de grootste speculatieve booms gecreëerd ooit. De Amerikaanse economie heeft weliswaar geprofiteerd van de snelste groei in de ontwikkelde wereld. Dit weerspiegelt echter alleen maar de trage groei elders, met name in Europa en Japan.

De VS heeft misschien wel op veel vlakken haar leidende positie moeten prijsgeven, maar in één domein staan ze nog altijd aan de top: schuld. Consumenten, regering en bedrijven hebben in het recente verleden allemaal recordschulden opgebouwd. Eigenlijk daagt de Amerikaanse economie de wetten van de zwaartekracht uit. Op verschillende niveaus zijn er ernstige tekorten. Er is een nieuwe speculatieve boom in de vastgoedsector. Dit heeft dan weer de boom van de vraag in de hand gewerkt. Via hypotheken op hun huizen waren gezinnen in staat meer te consumeren dan ze verdienden. Ondanks de geruststellende woorden van George W Bush is dit allesbehalve gezond. Het is allemaal gebaseerd op hoge schulden en tekorten. En, zoals we allen weten, deze moeten worden terugbetaald.

Tot nu toe zijn consumenten erin geslaagd hun levensstijl te blijven financieren door te lenen. Zoals Marx uitlegde, rekken kredieten de markt uit voorbij haar natuurlijke grenzen. Maar dat betekent brood vandaag en honger morgen. Uiteindelijk leidt het tot een totale overproductiecrisis. Steeds hogere intresten maken krediet te duur. De relatieve zwakte van consumentenaandelen doet investeerders teruggrijpen naar goederen als metalen die voorheen als ‘ouderwets’ werden bestempeld.

Gedurende de laatste jaren heeft de boom in de vastgoedsector enorm bijgedragen aan de economie, maar deze vertraagt nu. Een vertragende vastgoedsector kan niet anders dan een effect hebben op de schuldenberg en de instrumenten hieraan verbonden, die gebruikt werden om de boom te financieren.

De Amerikaanse economie is zoals het figuurtje in een cartoon, dat over de rand van een ravijn loopt en blijft lopen, tot het plots merkt dat hij geen grond meer onder zijn voeten heeft en naar beneden stort. Waarop steunt de Amerikaanse economie? Kolossale hoeveelheden buitenlands kapitaal vloeien naar de VS om de schulden te financieren. Als eender welk ander land cijfers als deze zou voorleggen, zou het gedwongen worden door het IMF om zwaar te bezuinigen. Dit is echter niet zomaar een land, dit is de VS en de VS heeft het IMF in zijn zak!

Dit buitenlands geld is het enige dat de economie overeind houdt. De dollar zakt en blijft zakken. Dit is een de facto devaluatie en het is een protectionistische maatregel die andere landen schaadt (door import duurder te maken en Amerikaanse export relatief goedkoper). Dit zal negatieve gevolgen hebben op Europa en Azië, waarvan de export naar de VS zal geraakt worden. Maar dit zal de Amerikaanse problemen niet oplossen. Om werkelijk effectief te zijn, zal de dollar nog veel meer moeten zakken. Bovendien zal devaluatie uiteindelijk leiden tot hogere prijzen in de VS en een verdere stijging van de intresten, met het risico op ofwel een verdere vertraging of een recessie.

De geldstoom naar de VS kan even snel weer naar buiten vloeien als naar binnen, zoals we in 1997 in Azië zagen. Alle factoren zijn aanwezig voor een ernstige inzinking, die nog zal versterkt worden door de enorme verstoringen in het systeem: buitensporige kredieten, schulden enzovoort. Deze verstoringen zijn allicht niet de oorzaak van de crisis. De oorzaak is dezelfde als die ten tijde van Marx. En hij legde heel duidelijk uit dat de uiteindelijke oorzaak van alle echte kapitalistische crisissen overproductie is. Ze proberen een inzinking te vermijden via een artificiële vergroting van de markt door middel van kredieten. Zo stellen ze het verdict echter alleen maar uit door de crisis nog te verergeren wanneer ze uiteindelijk toch uitbreekt.

Groei ten koste van de loontrekkenden

Een van de bijzonderheden van de huidige groei is dat de lonen in alle landen amper zijn gestegen. De proportie van het nationaal inkomen besteed aan lonen is overal historisch laag, terwijl de proportie besteed aan winsten historisch hoog is. Dit is bijzonder prettig voor kapitalisten, maar niet zo prettig voor loontrekkenden! Overal is er een diepe en toenemende ongelijkheid en de concentratie van kapitaal bereikt een ongezien niveau. Uiteindelijk moet de vraag lijden onder een dergelijk scenario.

Alles wijst erop dat het buitenlandse enthousiasme voor Amerikaanse producten reeds afkoelt. De kost van de oorlog in Irak is rampzalig. Momenteel kost deze minstens twee miljard dollar per week. De slogan van de huidige regering is dezelfde als die van Göring: “geweren voor boter”. De enige oplossing zal bestaan uit besparingen en nog eens besparingen. Aangezien niet aan het militaire budget mag getornd worden, zullen deze besparingen gaan over zaken als pensioenen en gezondheidszorg. Hier zal weerstand tegen komen, zoals de enthousiaste respons op Michael Moore’s laatste film ‘Sicko’ toont. Toen de film bijvoorbeeld in een Texaanse bioscoop werd getoond, was het publiek zo geraakt dat de kijkers nadien een geïmproviseerde meeting hielden, op initiatief van een Afro-Amerikaan die erop aandrong “dat we hier iets tegen moeten doen”. De mensen zieden van ontevredenheid. Alle ingrediënten zijn daar voor een enorm sociaal conflict in de VS en in elk ander land.