Honduras: het leger verhindert terugkeer president Zelaya

Er volgden allerlei manoeuvres na de staatsgreep in Honduras. De coupplegers willen volharden, maar de druk om tot een soort compromis te komen is groot, hoewel het volk hier nooit tevreden mee zal zijn.

Het enige echte antwoord ligt in de volledige mobilisatie van de arbeiders en boeren.

Zondag 5 juli, een week nadat hij door een militaire coup afgezet was, stapte de Hondurese president Zelaya op een Venezolaans vliegtuig in Washington, met als doel terug naar zijn land te keren. Honderdduizenden mensen waren naar het Toncontin vliegveld opgerukt en door de politielinies gebroken om te zorgen dat het vliegtuig kon landen. Het leger opende echter het vuur op de ongewapende demonstranten, verwondde er een aantal en doodde er zeker één. Het leger belette Zelaya's vliegtuig te landen door voertuigen op de landingsbaan neer te zetten. De regering van Micheletti - door de coup aan de macht gekomen - sloot alle vliegvelden in het land.

Mannen, vrouwen, kinderen, arbeiders, boeren, armen, waren bijeengekomen in de vroege ochtend en rukten op naar het vliegveld om hun president te ontvangen. Een bericht van Radio Globo stelde het aantal vast op een half miljoen, anderen stelden het op 200.000. De live-uitzending van Telesur liet een enorme massa zien, veel meer dan de 65.000 die de dag voordien tegen de coup hadden gedemonstreerd in Tegucigalpa. Vanuit Honduras vertelde parlementariër Tomás Andino van Democratische Eenheid (UD) aan In Defence of Marxism: "Deze demonstratie was ongezien, waarschijnlijk de grootste in de geschiedenis van Honduras." We moeten erbij denken dat de bevolking slechts uit 7,5 miljoen mensen bestaat. Deze demonstratie was tot nu toe de grootste tegen de coup en deed alle demonstraties die tijdens de week door de coupplegers georganiseerd waren, nietig lijken.

Deze reusachtige beweging van het Hondurese volk vond plaats ondanks het feit dat het nieuwe regime een avondklok instelde (die nu uitgebreid is en elke nacht tussen 18 en 6 uur geldt), tientallen activisten en leiders van vakbonden en volksbewegingen arresteerde, enkelen van hen vermoordde (de correspondent van El Pais heeft bericht dat er elke nacht mensen met kogelwonden naar het ziekenhuis zijn gebracht door de politie) en een mediablokkade instelde (een aantal radio- en tv-stations zijn gesloten). Volgens de politie waren er al 651 mensen gearresteerd op zaterdag en zondag alleen. Niks van dit alles stopte de beweging of de stakingen die vooral het onderwijssysteem en de telecommunicatie- en elektriciteitsbedrijven lamlegden. Organisaties van boeren en inheemsen blokkeerden de wegen in vele districten van het binnenland.

De beweging tegen de staatsgreep en de stijgende internationale druk zorgt al voor scheuren in het kamp van de coupplegers. Volgens sommige berichten hadden de zakenmannen Ricardo Maduro, Rafael Ferrari en Carlos Flores Facussémet, vertegenwoordigers van de organisatoren van de coup ontmoet tot vroeg in de morgen, om hen ervan te overtuigen tot een overeenkomst te komen. Maar de coupplegers, door Micheletti geleid, zijn bijzonder stompzinnige vertegenwoordigers van de Hondurese oligarchie en zijn nu niet in de stemming om toegevingen te doen. In een bespottelijke persconferentie beweerde Micheletti dat Nicaraguaanse troepen zich bij de grens aan het verzamelen waren om Honduras binnen te vallen. Toen de journalisten om meer details vroegen, veranderde hij zijn toon en zei hij dat het enkel een "psychologische invasie" was!

Zaterdag 4 juli jaagde Micheletti's junta ook de secretaris-generaal van de OAS, Insulza, het land uit, die naar Honduras was gekomen in een poging een compromis te bereiken. Het is duidelijk dat deze coup heel beschamend is voor de huidige regering van de VS en dat er druk op de plegers wordt gezet tenminste enige concessies te doen om tot een overeenkomst te komen, waarschijnlijk met de voorwaarde dat Zelaya geen referendum mag houden over een grondwetsherziening.

De rol van de VS in de coup

Er is veel gespeculeerd over de eventuele betrokkenheid van de regering Obama bij de coup. Hierover was Andino erg duidelijk: "We denken dat het onmogelijk voor het Hondurese leger zou zijn geweest om zonder tenminste zwijgende toestemming van de Amerikaanse inlichtingendiensten te hebben gehandeld." [zie ook dit artikel op Mo.be, n.v.d.r.]

De Amerikaanse ambassadeur Hugo Llorens uitte meermaals dat hij tegen het voorstel van Zelaya was over een referendum, maar hij verwoordde de tegenwerping in typisch diplomatieke taal: "Men kan de grondwet niet aanvallen met als doel een grondwet te creëren", zei hij (La Prensa, 4 juli). Dit was precies het argument dat de oligarchie gebruikte om Zelaya's voorstel te blokkeren. Llorens beweerde dat "wat er uiteindelijk ook gedaan wordt, het moet wettelijk gedaan worden, binnen de grondwet". Op 17 juni herhaalde hij de argumenten van Hondurese kapitalisten: "De politieke situatie in het land helpt niet om een investeringsvriendelijk klimaat te creëren. Onzekerheid in een land helpt de investeringen niet vooruit" (La Prensa). Hij voegde er nog aan toe dat het geschil door het Congres opgelost moest worden. Wat hij eigenlijk zei, was dat de VS voor een 'democratische grondwettelijke coup' waren.

Tot aan de coup toe was Llorens aan het praten met de coupplegers. Op 21 juni was er een bijeenkomst in de Amerikaanse ambassade met de aanwezigheid van zowel president Zelaya, als de coupplegers: congrespresident Micheletti, presidentskandidaten van de Liberale en Nationale Partij, Santos en Lobo, en het hoofd van de strijdkrachten, Romeo Vásquez. Volgens een bericht in de Hondurese La Prensa werd Zelaya verteld dat "de beste manier om uit de crisis te komen" voor hem zou zijn om "de raadpleging te stoppen en in plaats daarvan een opiniepeiling uit te voeren." Het feit dat de Amerikaanse ambassadeur zich bemoeit met de interne aangelegenheden van een soeverein land is een duidelijke indicatie van de status van Honduras als "bananenrepubliek", gedomineerd door het Amerikaanse imperialisme. De boodschap aan Zelaya was duidelijk: blaas het referendum af, of anders...

Het zou extreem naïef zijn te denken dat Llorens niks van de coupplannen afwist - dit werd in feite openlijk bediscussieerd in de Hondurese media in de dagen voor de coup - en nog naïever om te denken dat hij niks aan Washington bericht had. Llorens is geen nieuwkomer, hij werd genomineerd als Amerikaanse ambassadeur voor Honduras door de regering Bush en was hoofd van Andes-zaken bij de Nationale Veiligheidsraad in 2002 en 2003. Deze positie zorgde ervoor dat hij Bush' hoofdadviseur was in zaken gerelateerd aan Venezuela, Colombia, Bolivia, Peru en Ecuador. Hij was daardoor zeker op de hoogte van de mislukte coup in 2002 in Venezuela.

Het beleid van de nieuwe regering Obama rond Latijns-Amerika is er een geweest van de zweep verbergen en voornamelijk met de wortel zwaaien. De doelen zijn hetzelfde, maar na het fiasco van Bush' olifantenbeleid in de regio, probeert Obama de revolutionaire golf die over het continent waait, terug te duwen door op de "verstandig linkse" overheden in de regio te leunen. Hij kan daarom geen beschamende militaire staatsgreep verdragen. Het is duidelijk dat de Amerikaanse regering Zelaya wilde verwijderen, die een doorn in het oog was geworden. Zelaya sloot zich aan bij ALBA, werkte samen met Chavez, wilde maandenlang de nieuwe Amerikaanse ambassadeur Llorens niet accepteren als solidair gebaar naar Bolivia (waar de VS betrokken waren in een andere couppoging vorig jaar september), en droeg in het algemeen bij aan het verscherpen van de klassenstrijd in Honduras ("polarisatie") door zijn "onverantwoorde" verklaringen over rijk en arm en over "het land bevrijden van het imperialisme". De VS wilde dit echter het liefst doen met grondwettelijke middelen.

Op 25 juli verklaarde het Hondurese Congres zich in "permanente sessie". Ze gingen de coup uitvoeren door de diskwalificatie van de president uit te roepen. De staatsgreep werd op het laatste moment afgewend door de tussenkomst van Llorens en zelfs, volgens sommige berichten, door tussenkomst van Hillary Clinton. Maar dit vertraagde de zaken enkel tot zondag de 28e, toen het leger Zelaya midden in de nacht meenam en hem op het vliegtuig naar Costa Rica zette. Dit werd onthuld door de lauwe en late mededelingen van de regering Obama na de coup. De eerste officiële verkondiging van het Witte Huis was een oproep aan "alle politieke en maatschappelijke spelers in Honduras om de democratische gedragsregels, de wet en de grondslagen van de Inter-Amerikaanse Democratische Charter te respecteren." Dat was een oproep aan alle spelers om de democratie te respecteren, terwijl sommigen van hen net een staatsgreep hadden uitgevoerd! Pas na de strenge veroordeling van de coup door de lidstaten van de ALBA, geleid door Venezuela, was de VS gedwongen het woord "coup" in de mond te nemen en dreigden zij de militaire hulp aan Honduras op te schorten. Ambassadeur Llorens bleef echter achter in Honduras, om in dialoog te blijven "met alle spelers".

Zelaya was in Washington voor een paar dagen, maar Obama noch Clinton hebben hem ontmoet. Zij proberen de OAS de zaak te laten afhandelen. Deze Organisatie van Amerikaanse Staten heeft de taak gekregen een redelijke oplossing voor de zooi te vinden, eentje waarbij Zelaya mag terugkeren, maar waarbij hij wordt geneutraliseerd - en vooral de massa die achter hem staat. Achteraf, zelfs al zou hij terugkeren, zou hij geen controle over het Congres hebben, noch over het Hooggerechtshof, noch over het leger, en er zijn verkiezingen gepland in november waar hij niet legaal aan kan meedoen. Toen Zelaya aankondigde dat hij terug zou gaan op donderdag 2 juli, gaf de OAS het regime een ultimatum van 72 uur en stelde op die manier zijn terugkeer uit. Toen gaf Zelaya aan dat hij zou terugkeren op zaterdag 4 juli. De secretaris-generaal van de OAS, Insulza, kondigde toen zijn eigen bezoek aan Honduras aan op die dag, waarbij hij Zelaya weer een dag vertraagde. Maar Insulza werd bespot door de coupplegers die aankondigden dat, voordat iemand hen eruit zou trappen, zij de OAS zouden verlaten. Sommige elementen in de politiek zijn nooit onder iemands controle. Hier zagen we de meest stompzinnige vertegenwoordigers van de Hondurese oligarchie die in de hand spuwden die hen een uitweg bood.

Onderhandelingen en massa-actie

Niettemin werd er in de volgende dagen meer druk uitgeoefend op de coupleiders om tot een overeenkomst te komen. Tomás Andino, de afgevaardigde van UD, vertelde ons dat Carlos Flores in onderhandeling was met Washington om zo een weg uit de huidige crisis te zoeken. "Ze willen Zelaya terugbrengen, maar met handen en voeten gebonden." Hij wees erop dat de zakenmannen vrezen dat als de huidige maatregelen de coupplegers niet dwingen op te stappen, ze dan tegenover een gewapende massaopstand van het volk komen te staan, welke het gehele kapitalistische systeem zou bedreigen.

We moeten echter duidelijk zijn op één punt: geen mate van diplomatieke druk kan de coup in Honduras verslaan, behalve als de massa van arbeiders en boeren ervoor vecht in de straten, zoals zij de afgelopen week deed. Het kan zelfs gebeuren dat Zelaya terug kan keren naar Honduras, waar het Congres dan processen in gang zet om hem van het presidentschap te verwijderen voor het einde van zijn termijn in januari.

De laatste week is de massabeweging in Honduras breder geworden, meer geradicaliseerd en met meer zelfvertrouwen. Dit is precies wat de coupplegers vreesden en het is de reden waarom zij de coup pleegden. De strijd van de honderdduizenden Hondurese werkende mensen, die de afgelopen week de straat op zijn gekomen terwijl ze repressie trotseerden, is niet enkel voor het opnieuw installeren van de president, maar ook voor de berechting en bestraffing van de coupplegers. Zelfs meer dan dat, het is een fundamentele strijd voor banen, brood, waardigheid, en nationale soevereiniteit. Niets van dit alles zal simpelweg bereikt worden door de terugkeer van Zelaya. Als er door onderhandelen een overeenkomst wordt bereikt, zal dit niet de behoefte van de massa's aan rechtvaardigheid bevredigen en het zal zeker niet de economische en maatschappelijke problemen oplossen die hen achter Zelaya hebben gezet.

Tomas Aquino, van de Honduras Democratisch Verenigde Partij, maakte zeer duidelijk dat het 'Volks Verzetsfront Tegen de Coup' elke vorm van onderhandeling met de coupplegers afwijst en voor het onvoorwaardelijk opnieuw instellen van de president is. Hij voegde er aan toe dat de volksmassa's geradicaliseerd zijn door hun eigen ervaring. "Ze willen niet langer een referendum over de Grondwetgevende Vergadering, ze willen een Grondwetgevende Vergadering, punt uit. Ze zijn niet bereid langer te onderhandelen met de politieke instituties die de coup organiseerden."

De terugkeer van Zelaya, als die eindelijk zou plaatsvinden in de volgende dagen, zal alleen een echte overwinning zijn voor de massabeweging als deze plaatsvindt zonder concessies. Als dit zo is, zal het de vastberadenheid van de arbeiders en boeren versterken, ze zullen meer vertrouwd geraken met hun eigen kracht. De week van strijd is een belangrijke politieke scholing geweest voor de massa's. Onder de zweep van repressie heeft hun kijk op de politiek zich op schokkende manier ontwikkeld. Het enige dat Zelaya wou was een referendum organiseren over een grondwetsherziening! En om dat te voorkomen organiseerde de oligarchie een militair-civiele coup. Zoals Andino ons uitlegde, heeft de coup de steun van alle traditionele politieke partijen, de hiërarchie van de Evangelische en Katholieke kerken, de monopolistische massamediagroepen, de eigenaren van de industrie, de grondbezitters, de rechterlijke macht en de legertop. Het geheel van het kapitalistische politieke establishment is tegen een kleine democratische hervorming! Omdat ze bang zijn voor de revolutionaire implicaties van de directe participatie van de massa's arbeiders en boeren in de politiek. Het kapitalistische systeem kan dat niet toestaan. Andino voegde toe dat "wat we zien het begin van een revolutie is" en hij heeft gelijk.

De twee belangrijkste lessen die uit deze gebeurtenissen geleerd kunnen worden zijn ten eerste dat de oligarchie in deze onderontwikkelde kapitalistische landen zelfs niet eens de meest gematigde progressieve hervormingen kan toestaan als deze gepaard gaan met een proces van politisering en mobilisatie van de massa's. Zij vreest de revolutionaire consequenties van de politieke participatie van de massa's aan de politiek. Ten tweede zou het nu duidelijk moeten zijn dat het utopisch is te verwachten dat de instituties van de kapitalistische staat (de rechterlijke macht, hiërarchie van het leger, massamedia, politie etc.), enige werkelijk revolutionaire verandering plaats zullen laten vinden zonder dat zij in de weg gaan liggen om de belangen te dienen van hun meester, de heersende klasse. Dit is een serieuze waarschuwing voor de revolutionaire bewegingen in Bolivia, buurland El Salvador, Ecuador enzovoort.

De enige weg vooruit voor de beweging in Honduras is om de mobilisatie tegen de coup door te zetten. Deze moet landelijk georganiseerd en gecoördineerd worden door comités in elke werkplaats, buurt en dorp. Er moet een oproep worden gedaan aan de gewone soldaten, die ook onderdeel van het volk zijn. Massademonstraties moeten beschermd worden door verdedigingscomités die uit arbeiders en boeren zelf bestaan. De generaals van het leger hebben al laten zien waartoe zij in staat zijn, het volk kan hen niet onbeschermd trotseren. Tomás Andino meldde ons verschillende voorbeelden van verbroedering van politieagenten en soldaten met de protesterende bevolking. Dit heeft er nog niet voor gezorgd dat er een sectie van het leger rebelleert, maar dit zou kunnen gebeuren in de komende dagen.

Ten slotte, het wapen van werkende mensen tegen de oligarchie en de coup is de algemene staking. Zonder toestemming van de arbeidersklasse kan er geen wiel draaien en geen gloeilamp schijnen in Honduras. Arbeiders kunnen het land stilzetten en het functioneren van het coupregime belemmeren. Andino berichtte aan In Defence of Marxism dat 60 procent van de werknemers in de publieke sector had deelgenomen aan de staking tegen de coup en dat de stakingsbeweging zich zou verspreiden naar de private sector. De oproep tot stakingsactie was gemaakt door de drie vakbondsfederaties, alle drie onderdeel van het Volks Verzetsfront.

Andino deed ook een oproep voor actie aan de internationale arbeidersklasse. "Er zouden blokkades gemaakt moeten worden tegen Hondurese producten door de haven- en transportarbeiders. Zo kan de kapitalistische klasse op haar gevoelige plek geraakt worden." Internationale solidariteit van werkende mensen en de internationale arbeidersbeweging is ook cruciaal. We staan vastberaden aan de zijde van het Hondurese volk en zijn tegen alle pogingen hun fundamentele eisen af te zwakken.

Voor de onmiddellijke terugkeer van Zelaya!

Berechting en straf voor de coupplegers!

Volledige steun voor de strijd van het Hondurese volk!

Source: Vonk